Deze week heeft de Rabobank cijfers gepubliceerd over de uitzendbranche in Nederland in het Themabericht Kennis en Economisch Onderzoek van de Rabobank.. De hoofdpunten:
Werkgelegenheid via de uitzendbranche
Ten eerste zit de werkgelegenheid weer in de lift! De groei van afgelopen anderhalf jaar is voornamelijk terug te leiden naar een stijging van het aantal uitzenduren.
Groter belang uitzendbranche
Veel Nederlandse branches zijn veel meer gebruik gaan maken van de diensten van uitzendbureaus. Waarin 1995 nog 1,8% van de inkoopkosten hieraan werd besteed, is dat tegenwoordig 2,8%.
Grote verschuiving in de bouwsector
Relatief gezien steeg de bouwsector het hardst wat betreft het gebruik maken van diensten van de uitzendbranche. Het aantal uitzendkrachten in de bouw is sinds 2004 zelfs meer dan verdrievoudigd. Zet dit tegenover het aantal werknemers in dienst van een bouwbedrijf -wat sinds 2004 met 25% is gedaald- en je begrijpt waarom de bouw relatief gezien de grootste stijger is op dit gebied.
Vaker een langduring uitzendcontract en meer zekerheid voor de uitzendkracht
Steeds meer uitzendkrachten krijgen een langdurig uitzendcontract. Dit verklaart een groot deel van het gestegen aantal uitzenduren.
Veelal gaat het om contracten in fase B en C van de ABU-cao. Door de Wet Werk en Zekerheid krijgt een uitzendkracht steeds meer zekerheid naarmate de arbeidsrelatie langer duurt. In fase B mag bijvoorbeeld geen uitzendbeding meer worden opgenomen in een arbeidsovereenkomst. Een uitzendbeding betekent dat een overeenkomst automatisch eindigt wanneer de opdrachtgever de uitzendkracht niet meer nodig heeft. Weinig zekerheid voor de uitzendkracht dus. Deze optie vervalt echter in fase B. Fase C betekent een contract voor onbepaalde tijd.
Vooruitzichten
Het is geen zekerheidje dat de stijgende lijn in de uitzendbranche ook in die toekomst doorzet. Dit is mede afhankelijk van wetgeving die het aantrekkelijk (of onaantrekkelijk) maakt voor werkgevers om personeel via de uitzendbranche in te huren. We zullen het zien.